Neurotransmitters zijn samen met hormonen de signaalstoffen in ons lichaam. In totaal zijn er meer dan 50 verschillende neurotransmitters in de hersenen. Ze zijn verantwoordelijk voor onze gemoedstoestand, onze motivatie, energie, leervermogen en nog veel meer. Wanneer deze uit balans raken, kunnen we ons heel vervelend en gefrustreerd gaan voelen en bovendien kan het dat ons gedrag zeer sterk verandert onder invloed van een disbalans in onze neurotransmitter huishouding.
Wanneer neurotransmitters uit balans raken, kunnen we depressie en angst (serotonine), luiheid, woede en gebrek aan motivatie (dopamine), paniekaanvallen, stress en onvermogen om te kalmeren (GABA), hartproblemen, burn-out en intolerantie voor lichaamsbeweging ervaren (noradrenaline,) en geheugen- en focusproblemen, studie (acetylcholine.)
Door inzicht te krijgen in hoe neurotransmitters in onze hersenen werken, hoe specifieke onevenwichtigheden zich manifesteren, kunnen we een eventuele disbalans tussen de verschillende signaalstoffen op korte en lange termijn beïnvloeden.
Wanneer je deze pagina volledig hebt gelezen, heb je een goed inzicht van:
- de werking van de voornaamste neurotransmitters
- hoe je klachten kunt herkennen
Aan de hand van de ja-/nee-vragenlijsten kun je zien welke klachten zijn gerelateerd aan welke neurotransmitter.
Hersenchemie basiskennis
Als je reeds beschikt over de basiskennis omtrent de werking van de neurotransmitterhuishouding, dan kun je dit deel skippen en doorgaan naar het deel klachten en symptomen.
Functies van synapsen
De cellen in onze hersenen communiceren via synapsen. Je kunt een zenuwcel zien als een soort spinnenweb met een aantal kleine knooppunten die uitsteken aan het einde van takachtige structuren. Aan de uiteinden van deze takken bevinden zich presynaptische en postsynaptische cellen, de plek waar zenuwcellen met elkaar communiceren via chemische signaalmoleculen die bekend staan als neurotransmitters.
Op de kruispunten tussen de presynaptische cel van een zenuw en de postsynaptische cel van een andere zenuw is er een kleine opening. Dit is de synaps. De presynaptische cel heeft blaasjes die zorgen voor de opslag van neurotransmitters. De postsynaptische cel heeft receptoren waarop de zwevende neurotransmitters zich hechten wanneer ze worden vrijgegeven door de presynaptische cellen. De communicatie tussen zenuwen vindt plaats op het moment dat de hersenen een elektrisch signaal sturen. Dit signaal wordt het ‘actiepotentiaal’ genoemd. Wanneer dit actiepotentiaal het einde van een zenuw bereikt, triggert het de presynaptische cel om neurotransmitters vrij te geven die zich vervolgens hechten aan de receptoren op de postsynaptische cel.
Zodra deze neurotransmitters zich aan de receptoren hechten, zal de postsynaptische cel een drempel bereiken en een actiepotentiaal naar de volgende cel afvuren. Op die manier wordt de verspreiding van neurotransmitters voortgezet, totdat er een verzadiging plaatsvindt.
In het kort:
1.Een neuron stuurt een elektrische prikkel (actiepotentiaal) naar een andere neuron.
2.De prikkel komt bij het uiteinde van het (“presynaptische”) neuron.
3.Daar liggen blaasjes met daarin opgeslagen neurotransmitters.
4.De elektrische impuls zet een aantal reacties in gang.
5.De blaasjes met neurotransmitters versmelten met de buitenrand van het uiteinde van de neuron.
6.De neurotransmitters komen terecht in de synaps tussen twee neuronen waar ze het signaal overbrengen.
7.De neurotransmitters gaan naar het begin van de postsynaptische neuron, waar ze zich tijdelijk binden aan een receptor. Belangrijk hierbij is de tijdelijke aard, want anders zouden de hersenen in een permanente actieve toestand staan.
8.Vervolgens wordt er weer een elektrische prikkel doorgestuurd, waardoor de neurotransmitters worden afgevoerd en opgeruimd door enzymen (zie volgende paragraaf), of worden heropgenomen.
Regulering neurotransmitters
Natuurlijk moet er een mechanisme zijn om te voorkomen dat de zenuwcellen in een permanent actieve toestand blijven. Hiervoor zijn er enzymen zoals monoamineoxidase (MAO) en catechol-o-methyltransferase (COMT). Deze enzymen vernietigen de neurotransmitters die zich aan de receptoren hebben gehecht wanneer er een drempel wordt bereikt. Andere neurotransmitters worden opnieuw geabsorbeerd door de blaasjes op de presynaptische cel. Dit wordt het proces van ‘heropname’ genoemd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de medicatiegroep SRRI’s (Selective serotonin reuptake inhibitors), waarbij deze medicatie voorkomt dat serotonine opnieuw wordt opgenomen, waardoor de signaalsterkte van serotonine wordt verhoogd.
Dit ingewikkelde maar vooral complexe proces van neurochemicaliën kan verstoord raken. Dit kan worden veroorzaakt door genetische oorzaken, maar ook door voedingsdeficiënties of ziekte. Ook problemen met de werking van de genoemde MOA- of COMT-enzymen, verminderde receptorgevoeligheid of een verstoorde (te lage of te hoge) heropname, kunnen allemaal bijdragen aan onevenwichtigheden in de neurotransmitterhuishouding.
De belangrijkste neurotransmitters waar we het in dit artikel over hebben, zijn:
- Dopamine
- Serotonine
- Gamma-aminoboterzuur (GABA)
- Acetylcholine
Klachten en symptomen disbalans neurotransmitters
Lage niveaus van neurotransmitters veroorzaken unieke symptomen en zijn over het algemeen vrij eenvoudig te herleiden tot de specifieke tekorten. Onderstaand worden de genoemde neurotransmitters afzonderlijk besproken en nemen we zowel de klachten en symptomen door van tekorten als van een teveel aan deze neurotransmitters.
Dopamine
Dopamine is een belangrijke neurotransmitter die vooral bij adhd’ers bekend is. Ook mensen met de ziekte van Parkinson hebben lage dopaminegehaltes. Een teveel aan deze signaalstof wordt gevonden bij mensen met schizofrenie. Dopamine wordt vooral geassocieerd met motivatie en prestatie, maar ook met verslavingsgevoeligheid.
Wat zijn symptomen van lage dopamine?
- Gevoelens van hopeloosheid of angst
- Slecht zelfbeeld / lage eigenwaarde
- Gebrek aan motivatie
- Problemen met starten en voltooien van taken
- Ongeduld bij kleine tegenslagen
- Lage stressbestendigheid
- Kort lontje en prikkelbaar bij stress
- Gewichtstoename, vaak ten gevolge van emotie-eten
LET OP: de onderstaande vragen zijn géén volledige medische checklist. Een diagnose moet uiteraard altijd door een arts worden vastgesteld. De vragenlijsten, ook voor de andere neurotransmitters, dienen slechts als indicatie, waarmee men zich kan wenden tot een behandelend arts of psychiater.
Vragenlijst dopaminetekort
Wanneer je ‘ja’ kunt antwoorden op de volgende vragen, dan kan dat wijzen op een dopamine deficiëntie. Hoe vaker je met ja kan antwoorden, hoe meer dit kan wijzen op een dopaminetekort.
- Rook je, drink je of gebruik je stimulerende middelen? (drugs, energy drinks, veel koffie) J / N
- Is je lichaamsgewicht toegenomen sinds je begin 20 was? J / N
- Vind je lastig om taken te beginnen en/of af te ronden ondanks dat je beschikt over voldoende energie? J / N
- Heb je een laag libido? J / N
- Ben je een emotie-eter? J / N
- Heb je concentratieklachten? J / N
- Ben je prikkelbaar? J / N
- Heb je last van stijve gewrichten? J / N
- Heb je regelmatig last van kramp, spasmen of trillende spieren? J / N
- Heb je vaak last van zure oprispingen? J / N
- Heb je moeite met inslapen? J / N
- Heb je vaak ’s avonds nog energie over en problemen met opstarten ’s morgens? J / N
- Heb je vaak stemmingswisselingen? J / N
- Voel je jezelf snel uit het veld geslagen? J / N
Hoewel een dopaminedeficiëntie aanzienlijk vaker voorkomt dan een teveel aan dopamine, kan er toch verwarring ontstaan, aangezien veel van de genoemde symptomen ook van toepassing zijn bij een teveel aan dopamine. Om die reden is het lastig om een diagnose te stellen op basis van bovenstaande vragen en is een uitgebreidere vragenlijst noodzakelijk om goed inzicht te krijgen in de klachten. Hoewel een te hoge dopamine vrij zeldzaam is, kan het wel voorkomen en klachten van paranoia en schizofrenie veroorzaken. De meest voorkomende symptomen van te hoge dopamine zijn:
- Hoog libido
- Paranoia
- Manische gevoelens
- Ontembare drang naar voldoening, inclusief seksuele promiscuïteit of adrenaline-activiteiten
- Hyperfocus
- Gevoel dat anderen in slow motion werken
- Rusteloosheid
- Kort lontje
- Hyperactiviteit
- Spanning
Serotonine
Serotonine is de neurotransmitter die het meest wordt geassocieerd met emotie en gemoedstoestand. Een lage serotonine wordt vaak beschouwd als de boosdoener bij depressie en sociale angststoornissen. Een hoge serotonine staat ook wel bekend als het serotoninesyndroom dat kan levensbedreigend zijn. Het serotoninesyndroom kan optreden bij het gebruik van drugs (MDMA) of het gebruik van serotonine stimulerende supplementen of medicijnen.
Serotonine is ook sterk betrokken bij onze perceptie van de realiteit. Het zijn dan ook hallucinogene supplementen en psychedelische drugs die inwerken op de serotoninehuishouding en onze perceptie van de wereld om ons heen veranderen.
Wat zijn symptomen van lage serotonine?
- Gevoelens van ongelukkig zijn, ontevredenheid, apathie, frustratie of woede
- Gevoelens van depressie
- Verlies van plezier in dingen die je normaal graag doet
- Moeite om positief te blijven
- Agressieve gevoelens
- Snel emotioneel
- Weinig emotionele veerkracht
- Impulsief gedrag
- Slecht geheugen
- Neerslachtigheid op donkere, grijze dagen
- Niet of minder van relaties kunnen genieten met zelfisolatie tot gevolg
- Slaapklachten, zoals moeilijk inslapen als doorslapen
Naast deze symptomen van een serotoninetekort zijn er ook psychologische aandoeningen die sterk gerelateerd zijn aan een serotoninetekort, zoals:
- Eetstoornissen
- Dwangstoornissen
- Paniekaanvallen
- PTSS (posttraumatische stressstoornis)
- Sociale fobie
Vragenlijst serotoninetekort
Wanneer je ‘ja’ kunt antwoorden op de volgende vragen, dan kan dat wijzen op een serotonine deficiëntie. Hoe vaker je met ja kan antwoorden, hoe meer dit kan wijzen op een serotoninetekort.
- Heb je (door)slaapproblemen? J / N
- Heb je vaak de neiging om te eten, terwijl je eigenlijk geen honger hebt? J / N
- Heb je geen plezier meer in activiteiten waar je voorheen intens van genoot? J / N
- Ben je minder avontuurlijk dan vroeger? J / N
- Heb je moeite met het doorhakken van knopen en lang bezig met wikken en wegen? J / N
- Blijven negatieve gedachten en gevoelens door je hoofd jagen? J / N
- Kun je moeilijk omgaan met conflicten en tijden van crisis? J / N
- Vergroot je kleine problemen uit tot ‘levensbedreigende’ situaties? J / N
- Denk je weleens na over zelfmoord? J / N
- Krijg je regelmatig uit je omgeving feedback over je negativiteit en humeurigheid of dat je lastig bent in de omgang? J / N
- Heb je het gevoel dat je voortdurend in de overlevingsstand staat en niet optimaal van het leven geniet? J / N
Hoewel een te hoge serotonine zeldzaam is, kan het zich manifesteren bij drugsmisbruik of overmatige suppletie van serotonine stimulerende supplementen. De symptomen van het serotoninesyndroom zijn:
- Verwijde pupillen
- Spierstijfheid
- Snelle hartslag en hoge bloeddruk
- Agitatie
- Onrust
- Diarree
- Verlies van coördinatie
- Spiertrekkingen of spasmen
- Braken
Het serotoninesyndroom kan levensbedreigend zijn, dus indien er sprake is van een overdosis, is het noodzakelijk naar de eerste hulp te gaan of een ambulance te bellen en te vermelden wat de oorzaak is (drugs of suppletie).
Gamma-aminoboterzuur (GABA)
Gamma-aminoboterzuur, of GABA, is de neurotransmitter die verantwoordelijk is voor het kalmeren van het zenuwstelsel en het reguleren van de effecten van het stimulerende norepinefrine. GABA kan je zien als een slaapmutje voor het zenuwstelsel. Gezonde GABA-niveaus zorgen voor kalmte en rust in het zenuwstelsel, terwijl een lage GABA onrust veroorzaakt en in extreme gevallen ten grondslag kan liggen aan paniekstoornissen.
Wat zijn symptomen van lage GABA?
- Snel bang zijn
- Out-of-body gevoelens
- Ademhalingsproblemen of kortademigheid
- Zweterige handen
- Koude handen en voeten
- Overmatig zorgen maken
- Steeds rekening houden met worst-case scenario’s
- Jezelf snel overweldigd voelen
- Drukke geest
- Hoofdpijn
- Dwangmatige handelingen/gedachten
- Onverklaarbare gevoelens van stress, paniek en angst
- Gevoelens van angst of onheil
- Snelle of onregelmatige hartslag
- Spierspanning
- Moeite met uitschakelen van gedachten
- Moeilijk kunnen focussen
- Depersonalisatie en gevoelens dat je niet in de werkelijkheid leeft, alsof je jezelf in een film ziet.
Vragenlijst GABA tekort
Wanneer je ‘ja’ kunt antwoorden op de volgende vragen, dan kan dat wijzen op een GABA deficiëntie. Hoe vaker je met ja kan antwoorden, hoe meer dit kan wijzen op een GABA tekort.
- Ervaar je paniekaanvallen of plotselinge, onverklaarbare periodes waarin je jezelf overmand voelt? J / N
- Voel je jezelf (soms) ‘los van de werkelijkheid’? Alsof het lijkt dat je jezelf observeert en je buiten je lichaam bent getreden? J / N
- Heb je het gevoel dat je ‘opgebrand’ bent en dat je daar maar niet van kan herstellen? J / N
- Heb je moeite met ontspanning en voelt het alsof je constant stress ervaart? J / N
- Ervaar je stijfheid of (spier)pijn ondanks dat je weinig sport of beweegt? J / N
- Slaat je hart weleens een slagje over of voelt het weleens of er minder krachtige hartslagen tussen zitten? J / N
- Zit je ademhaling vaak hoog op de borst en lijkt het regelmatig of je in ademnood bent? J / N
Een teveel aan GABA komt in de praktijk sporadisch voor. Waarschijnlijk zullen de symptomen het tegenovergestelde zijn van de eerder genoemde symptomen van een tekort aan GABA. Dit betekent dus een volledig gebrek aan angst, maar ook aan motivatie. Het zal er op neer komen dat iemand met een te hoog GABA vrijwel niets doet, zich nergens druk om maakt en de hele dag met weinig emotie rondhangt.
Acetylcholine
Acetylcholine is één van de neurotransmitters die sterk betrokken is bij de hersenfuncties in de prefontale cortex, oftewel het deel van de hersenen waarmee wij mensen onszelf onderscheiden van dieren. Acetylcholine vervult een belangrijke rol bij de functie van het werkgeheugen, leren, geheugen, creativiteit en navigatie.
Wat zijn symptomen van lage acetylcholine?
- Slecht geheugen, zowel visueel, verbaal, cognitief als auditief
- Verminderde creativiteit
- Slechte woordherinnering en verlies van begrip
- Moeilijkheden met mentale denkkracht
- Moeite met herkenning van gezichten en locaties
- Langzame mentale respons
- Slechte ruimtelijke oriëntatie of onhandigheid
- Moeilijk navigeren of routebeschrijving gebruiken tijdens het rijden
Vragenlijst acetylcholine tekort
Wanneer je ‘ja’ kunt antwoorden op de volgende vragen, dan kan dat wijzen op een acetylcholine deficiëntie. Hoe vaker je met ja kan antwoorden, hoe meer dit kan wijzen op een acetylcholine tekort.
- Hoor je regelmatig van anderen dat je verstrooid bent? J / N
- Heb je last van haarverlies? J / N
- Heb je voortdurend lijstjes nodig omdat je anders alles vergeet? J / N
- Is je organisatietalent niet geweldig? J / N
- Voel je dat je hersenen niet meer zo goed werken zoals vroeger? J / N
- Is je geheugen achteruit gegaan? J / N
- Vind je het moeilijk om telefoonnummers en adressen te onthouden? J / N
- Komt Alzheimer of dementie voor in de familie? J / N
- Vergeet je regelmatig je portemonnee of sleutels of waar je iets hebt gelaten? J / N
- Heb je moeite met ruimtelijk inzicht? J / N
- Loop je bij de supermarkt je eigen familieleden voorbij omdat je ze niet hebt herkend? J / N
- Heeft je moeite met het onthouden van gezichten of locaties? J / N
De neurotransmitters acetylcholine en serotonine onderhouden een nauwe balans met elkaar. De symptomen van een te hoge acetylcholine kunnen vergelijkbaar zijn met de symptomen van een te lage serotonine, aangezien ze elkaar in balans houden. Te hoge acetylcholine veroorzaakt voornamelijk de remming van andere neurotransmitters.