Ons gedrag wordt voor het overgrote deel bepaald door ons onderbewuste, zo’n 95%. Zonder dat we ons hiervan bewust zijn, sturen onze ‘programma’s’ ons door het dagelijks leven. Vanaf het moment dat we wakker worden tot ons avondritueel geven we de voorkeur aan hetgeen ons vertrouwd is. Metaprogramma’s liggen aan deze gewoontes ten grondslag.
Wat zijn metaprogramma’s?
Metaprogramma’s zijn de mentale snelkoppelingen die je beslissingen, gedrag, acties en interacties met anderen aansturen. Het zijn de interne representaties van je externe ervaring van de omgeving. Ze bepalen hoe je brein aandacht besteedt aan zaken. Het zijn de metaprogramma’s die bepalen hoe je patronen herkent en hoe daar vervolgens op reageert.
Je kunt metaprogramma’s zien als softwaretoepassingen voor de hersenen, waarbij deze softwareprogramma’s zorgen voor de uitvoering van een aantal andere programma’s. Het is het best vergelijkbaar met het besturingssysteem van een computer.
De software draait op de achtergrond en stuurt je gedachten, overtuigingen, waarden, herinneringen en reacties aan. De metaprogramma’s zijn dus mentale programma’s die ons leven leiden op onbewust niveau. Ze bepalen hoe informatie wordt verwerkt door te beslissen wat je wilt verwijderen (je ogen voor wilt sluiten), vervormen (anders wilt zien) en/of generaliseren.
De functie van deze programma’s is om de informatie die je krijgt uit de wereld om je heen te ordenen, sorteren en te begrijpen. Zonder deze ‘filters’ zou de wereld veel te overweldigend zijn, maar met ben je in staat om je eigen overtuigingen, meningen en perspectieven vormen over alles.
Mentale filters
De metaprogramma’s kun je zien als mentale filters. Ze bepalen welke informatie er binnenkomt en hoe deze wordt geïnterpreteerd. Dit filterproces helpt bij de aansturing van onze denkprocessen, waardoor het gedrag van elk persoon weer anders is.
Metaprogramma’s vormen zich gedurende je leven en het is belangrijk om in te zien dat bepaalde programma’s in een specifieke context niet automatisch hetzelfde zullen uitvoeren in een andere context of situatie. In feite zijn ze nooit 100% consistent en kunnen ze in de loop van de tijd veranderen door nieuwe ervaringen, inzichten en omstandigheden. Ze zijn dus adaptief.
Het hebben van metaprogramma’s is niet zo zeer negatief of positief. Enerzijds helpen ze je informatie te ordenen, anderzijds kunnen ze zich soms ook tegen je keren. Een voorbeeld is dat iemand zichzelf wijsmaakt “Dat kan ik niet”, zonder erbij stil te staan of dat ook wel écht zo is. Zo’n beredenering kan gebaseerd zijn op eerdere ervaringen of een ouder die altijd heeft gezegd: “Dat kan jij niet!”
Inzicht in metaprogramma’s
Het is absoluut nuttig om te leren over metaprogramma’s. Voor mij persoonlijk was het één van de grootste eye-openers toen ikzelf mijn NLP-opleidingen jaren geleden volgde. Het geeft je beter inzicht in hoe je denkt, hoe je de wereld om je heen beoordeelt en hoe je met anderen omgaat. Je krijgt er inzicht mee in je waarden, overtuigingen, gewoonten en gedrag, maar ook in patronen van zelfsabotage.
Met inzicht in je metaprogramma’s ben je in staat je communicatie met je omgeving te veranderen en bovendien leer je anderen beter te begrijpen, omdat je inziet dat ze andere metaprogramma’s hanteren dan jijzelf. Om die reden kun je met dit bewustzijn je relaties met anderen verbeteren. Omdat je ze beter begrijpt kun je beter rapport opbouwen en de communicatie verbeteren. Wanneer je eenmaal andermans motivatie begrijpt, heb je de sleutel om rapport te maken en het gesprek te leiden in een positieve richting.
Wanneer je kennis hebt van communicatiepatronen heb je een flinke voorsprong op mensen die dat niet hebben. Zij zullen zich in een gesprek in allerlei bochten moeten wringen om iemand anders te overtuigen, terwijl jij weet dat overtuigen alleen lukt als je goed bent afgestemd op je gesprekspartner. In een zakelijke setting heb je dus altijd een streepje voor. Het geeft je de mogelijkheid om gedrag op positieve manieren te veranderen, te verschuiven en te transformeren.
Hoe herken je metaprogramma’s?
Metaprogramma’s herkennen vergt enige oefening. Het best zijn ze te herkennen aan de taalpatronen die mensen gebruiken. Om metaprogramma’s te herkennen moet je leren luisteren op twee manieren:
1. als de persoon die het gesprek voert met de ander
2. als een observeerder die het gesprek waarneemt
Het lijkt in eerste instantie ingewikkeld, maar oefening baart kunst! Persoonlijk had ik er in het begin best moeite mee, maar je kunt het toch verrassend snel leren.
Soorten metaprogramma’s
Er zijn talloze soorten metaprogramma’s. De meest voorkomende zijn:
Naartoe of ‘weg van’: iemand geeft aan dat hij het liefst ‘dingen/situaties vermijdt’ of ‘zaken liever niet wil’. Andersom, dus naartoe geeft iemand aan wat hij/zij juist wél wil. De hamvraag: streeft iemand naar plezier of wil iemand weg van pijn/frustratie?
Positief/negatief: sommige mensen zien eerst de negatieve eigenschappen van een nieuwe auto (lage instap, kleine kofferbak en brede A-stijl), anderen zien eerst de mooie daklijn, de sportieve velgen en de mooie diepblauwe kleur.
Intern of extern referentiekader: wanneer iemand het heel belangrijk vindt wat andere mensen van hem/haar denken, dan is er sprake van een extern referentiekader. Indien iemand snel geneigd is een menig te geven over iemand anders of zichzelf niet snel laat overtuigen, dan is er sprake van een intern referentiekader.
Op zichzelf gericht of op anderen gericht: sommige mensen zijn er altijd als de kippen bij als er iets te halen valt. Ze stellen zichzelf de vraag “What’s in it for me?” Mensen die zich afvragen wat ze voor anderen kunnen betekenen zijn op anderen gericht.
Overeenkomst of verschil: zie je eerst de overeenkomsten of de verschillen?
Mogelijkheid of noodzakelijk: sommige mensen zijn geneigd om eerst dingen te doen omdat ze ‘noodzakelijk’ zijn, terwijl anderen juist dingen doen omdat ze mogelijk zijn.
Zo zijn er nog tientallen andere metaprogramma’s. Het is niet zo zeer dat iemand altijd in extreme vorm in één uiterste moet zitten. Er zijn natuurlijk voor elk metaprogramma veel gradaties.
Lees meer over andere metaprogramma’s
Veranderen van metaprogramma’s
Het veranderen van metaprogramma’s lijkt op het eerste gezicht eenvoudig. In feite hoef je ergens alleen maar anders over te gaan denken. Maar besef goed dat deze programma’s in je onderbewuste huizen en dat je van een heleboel niet eens bewust bent.
Intern heb je bovendien een weerstand tegen verandering, want deze programma’s maken dat jij je gemakkelijk voelt en jezelf niet druk hoeft te maken. De patronen zijn er vaak al vanaf jonge leeftijd ingebakken en in de loop der jaren heb je overtuigingen gekregen die deze patronen bovendien ondersteunen.
Waarom zou je een metaprogramma willen wijzigen?
Het kan dat een metaprogramma je niet van dienst is en je beperkt in het bereiken van je doelen. Je hebt bijvoorbeeld een collega die een ‘Overeenkomst-iemand’ is, terwijl jij juist altijd eerst de verschillen opmerkt. Steeds communiceren jullie langs elkaar en hebben jullie eindeloze discussies. Om een duurzame samenwerking te behouden is het nodig dat één van de twee zijn perceptie (enigszins) aanpast om vrede te stichten tussen de conflicterende metaprogramma’s.
Terwijl je een programma wijzigt, moet je beseffen dat dit gevolgen kan hebben voor andere processen. Door jezelf bewust te zijn van je programma’s, kun je zelf bepalen wanneer en waar je je programma’s aanpast en weer terug verandert.
Hoe verander je metaprogramma’s?
Bij het veranderen van je waarneming, dus hoe jij iets interpreteert, kun je het best het onderstaande stappenplan doorlopen. Voor sommige mensen vergt het enige oefening, andere mensen lukt het zelfs in één keer. Het is een verschuiving van je waarneming. Als je in eerste instantie moeite hebt met het veranderen van je waarneming, kan de NLP-techniek Ankeren hierbij ondersteuning bieden.
Bij het veranderen van metaprogramma’s kun je soms op veel interne weerstand stuiten. Het is tenslotte een soort van overtuiging (soms een diepgewortelde) die je wilt veranderen. Net zoals bij elke gedragsverandering geldt: óf de pijn moet groot genoeg zijn, óf het moet duidelijk zijn wat het je oplevert. Doorloop hiervoor de onderstaande stappen om metaprogramma’s effectief te kunnen veranderen.
Stap 1
Identificeer het metaprogramma dat je wilt veranderen. Je hoeft niet van het ene naar het andere uiterste, want vaak is een middenweg al voldoende om niet direct met een uitgesproken mening te worden geconfronteerd. Belangrijk is voor jezelf de context in kaart te brengen. Onder welke omstandigheden ben je geneigd zo te denken of redeneren? Wat levert verandering van dit metaprogramma voor jezelf op? Het moet voor jezelf duidelijk zijn wat voor voordelen dit programma voor je heeft en wat het je ‘kost’ om dit programma op te geven.
Stap 2
Hoe zal het zijn om het vervangende metaprogramma te gebruiken? Wat levert dat je op? Waarvan gaat het ten koste? Ben je bereid dit op te geven? Onder welke omstandigheden levert dat me voordelen op? Breng ook hier weer voor jezelf de context, de voordelen en nadelen in kaart.
Stap 3
Wanneer je besluit om je oude overtuiging/perceptie op te geven, dan ben je klaar om stap 3 toe te passen. Daarvoor leef je jezelf in de situatie in waarin je het nieuwe metaprogramma toepast. Simuleer stap voor stap hoe het metaprogramma je de voordelen oplevert ten opzichte van het oude metaprogramma.
Door jezelf helemaal te associëren met de nieuwe situatie die zo ontstaat – zie, hoor, voel, ruik en proef hoe de nieuwe situatie is en gebruik hiervoor al je zintuigen. Zorg vooral dat je deze associatie combineert met een positieve emotie – bijvoorbeeld dankbaarheid, waardering – zodat je vast aan je gewenste situatie kunt wennen.
Hoe voelt dit? Voel je tevredenheid of juist ongemak of pijn? Als je de voordelen ervaart, is het een goede stap om het programma te veranderen. Ongemak hoeft niet zo zeer te betekenen dat je maar moet vasthouden aan het vertrouwde, want door buiten je comfortzone komen, zorgt je juist voor persoonlijke groei en zal het je de voordelen opleveren die je wilt.
Stap 4
Associeer jezelf nog eens met de gewenste situatie. Leef jezelf helemaal in. Om deze ervaring te intensiveren, kun je de technieken ankeren en submodaliteiten toepassen.
Wanneer je het moeilijk vindt om jezelf in te leven, kun je het ook stap voor stap doen door middel van ‘metal rehearsal’, ofwel ‘mentale repetitie’, waarbij je keer op keer in gedachten de stappen doorloopt die nodig zijn om je doel te bereiken. Deze techniek gebruiken topsporters en succesvolle onderhandelaars om hun doelen te bereiken.
In de meeste gevallen verzet de geest zich – heel natuurlijk – tegen de verandering van het metaprogramma. Dit is logisch, omdat de geest niet anders gewend is geweest om dit programma te gebruiken. Wanneer de voordelen opwegen tegen de nadelen, dan is het slechts een kwestie van wennen aan je nieuwe perceptie.
Wanneer er sprake is van een innerlijk conflict omtrent de nieuwe manier van perceptie, kunnen met behulp van herkadering – een andere manier om de situatie te bekijken – de omstandigheden wel acceptabel worden. Hiervoor is enige vindingrijkheid en flexibiliteit van geest vereist.
Stap 5
In stap 5 neem je het besluit je nieuwe manier van waarneming te accepteren en te installeren. Om dit te laten werken, moet je beschikken over de nodige inzet, motivatie en de wens om door te gaan met dit nieuwe metaprogramma, net zo lang tot je het als een nieuwe gewoonte hebt geïncorporeerd.
Voorbeelden metaprogramma’s
-
Georienteerd op zelf of anderen: Sommige mensen zijn meer gericht op zichzelf en hun eigen behoeften (What’s in it for me?), terwijl anderen meer rekening houden met de behoeften en wensen van anderen (Hoe helpt deze actie ons vooruit?).
-
Mogelijkheden of Beperkingen: Sommige mensen kijken vooral naar wat de opties en kansen zijn, terwijl anderen zich richten op problemen, risico’s en beperkingen.
-
Tijdoriëntatie: De een richt zich op het verleden en ervaring om lessen te leren. Anderen focussen zich op het heden en weer anderen zijn meer gericht op de toekomst en plannen maken.
-
Overeenkomsten of verschillen: Sommige mensen kijken vooral naar overeenkomsten tussen mensen, situaties of objecten, terwijl anderen vooral letten op verschillen. Mensen die zich richten op overeenkomst zijn sneller succesvol in het rapport creeren met hun gesprekspartner.
-
Intern of externe referentiekaders: Enerzijds vertrouwen mensen op hun eigen oordeel bij het nemen van beslissingen (“Dit voelt goed voor mij”), terwijl anderen zoeken naar externe bevestiging of richtlijnen (Wat denk jij ervan?)
-
Stap voor stap – sprongen: Sommige mensen houden van een kleine en gestructureerde stappen om hun doel te bereiken, terwijl anderen de voorkeur geven aan met sprongen vooruit gaan.
-
Opties vs. procedures: Sommige mensen houden van flexibiliteit en het verkennen van verschillende opties om een doel na te streven. Anderen maken liever gebruik van de gebaande paden met vaststaande procedures of methodes.
-
Match of mismatch: Sommige mensen zoeken naar wat juist is in een situatie of verklaring (“Ja, en…”), terwijl anderen automatisch zoeken naar fouten of inconsistenties (“Ja, maar…”). JE kunt deze groepen heel eenvoudig herkennen aan de formaulering van hun zinnen.
Conclusie
Het veranderen van metaprogramma’s is een proces dat voor sommigen zeer voorspoedig verloopt, terwijl anderen er wat langer voor nodig hebben, al naar gelang hoe diep de programma’s geworteld zijn. Je kunt het zien als het ontwortelen van een boom: hoe dieper de wortels van de overtuigingen en patronen zitten, hoe minder eenvoudig de verandering zal zijn. Desalniettemin is het sowieso een goede training voor jezelf; enerzijds om beter inzicht te krijgen in je eigen functioneren, anderzijds om beter begrip te krijgen voor mensen in je omgeving die er andere metaprogramma’s op nahouden dan jijzelf.