Cognitieve dissonantie is de psychologische stress die iemand ervaart wanneer men wordt geconfronteerd met twee of meer tegenstrijdige overtuigingen, ideeën of waarden die recht tegenover de eigen overtuigingen staan.
In het geval van cognitieve dissonantie zal iemand al het mogelijke doen om de inconsistentie ongedaan te maken, waardoor de overtuigingen consistent worden. Het ongemak wordt veroorzaakt door de overtuiging van de persoon die botst met de nieuwe waargenomen informatie. Om het ervaren ongemak te verminderen probeert de persoon in kwestie om de tegenstrijdigheid op te lossen en het vervelende gevoel te verminderen. Vaak resulteert dit in ontkenning, het ontkennen van de eigen overtuiging, of er wordt rationeel een ‘gulden middenweg’ gekozen.
A Theory of Cognitive Dissonance
In de ‘cognitieve dissonantie-bijbel’ A Theory of Cognitive Dissonance (1957) stelt de auteur Leon Festinger dat mensen altijd streven naar interne psychologische consistentie om mentaal goed te kunnen functioneren. Iemand die dus een interne inconsistentie ervaart, is geneigd zich ongemakkelijk te voelen en te zoeken naar een manier om dit onaangename gevoel te verminderen.
Dit kan enerzijds gebeuren door een nieuw perspectief toe te voegen aan de cognitie die de psychologische dissonantie veroorzaakt, of door omstandigheden en tegenstrijdige informatie te vermijden die de omvang van de cognitieve dissonantie kunnen vergroten. Om de stress te verminderen beroepen we ons meestal op afweermechanismen.
Afweermechanismen
De omgang met de nuances van tegenstrijdige ideeën of ervaringen is mentaal stressvol. Om die stress te verminderen is men geneigd om de persoonlijke afweermechanismen in te schakelen. Dit kunnen zijn:
Ontkenning: bij ontkenning geven we niet toe dat er een probleem (ongemakkelijke gevoel) is. In plaats daarvan gaan we excuses verzinnen of de ontkenning te rechtvaardigen.
Voorbeeld: “Ik vind wel dat hij fout zat! Kom op, het is toch gewoon zo?”
Projectie: bij projectie herkennen we een negatief gevoel, maar in plaats van in te zien dat het onze eigen negatieve emotie is, schrijven we het toe aan iemand anders, ofwel, we projecteren het op iemand anders.
Voorbeeld: Stel, je bent bang omdat je manager je bij zich heeft geroepen voor een gesprek. Je vreest je ontslag en ziet hem als bruut en angstaanjagend. In het gesprek geeft hij aan dat je contract wordt verlengd en dat je zelfs op een promotie kunt rekenen. Je angst heb je in dit geval op je manager geprojecteerd.
Sublimatie: bij sublimatie wordt het probleem (vervelende gevoel) verzacht/afgezwakt om toch een aangenaam gevoel te kunnen blijven ervaren. Wanneer iemand ergens heel boos over is, is hij/zij geneigd om verzachtende omstandigheden te bedenken om met de frustratie om te kunnen gaan.
Voorbeeld: Je partner heeft je bedrogen en je voelt je radeloos. Dit kan toch niet waar zijn? Om je frustratie te sussen ga je de fijne eigenschappen waarover hij/zij beschikt opsommen en misschien zelfs bij jezelf te rade of je zelf geen fouten hebt gemaakt die zijn/haar gedrag kunnen rechtvaardigen.
Rationalisering: bij rationalisering bedenken we een excuus om het ongemakkelijke gevoel te verminderen.
Voorbeeld: Je hebt net een afwijzing gehad voor een sollicitatie. De rationalisering is: ”Ach, het was toch niet zo’n leuk bedrijf”, terwijl je donders goed weet dat je er dolgraag had willen werken.
Natuurlijk zijn er nog andere afweermechanismen die kunnen worden aangewend om te kunnen omgaan met cognitieve dissonantie, maar dit zijn de voornaamste.
Wat veroorzaakt cognitieve dissonantie?
Cognitieve dissonantie komt vooral voort uit de onderstaande situaties.
Gedwongen naleving
Bij gedwongen naleving ontstaat er dissonantie tussen de cognitie (ik wilde dit eigenlijk niet doen) en het gedrag (ik deed het toch). Deze gedwongen naleving treedt op wanneer een persoon een actie uitvoert die niet strookt met zijn of haar overtuigingen. Het gedrag kan niet worden veranderd, omdat de actie reeds heeft plaatsgevonden, dus de dissonantie moet worden verminderd door de houding ten opzichte van wat er is gebeurd opnieuw te evalueren.
Voorbeeld: een militair in oorlogsgebied wordt door zijn sergeant bevolen om een actie te ondernemen die eigenlijk tegen zijn principes indruist. Hij schiet op een vijandelijke linie waarbij er mensen omkomen. Voor het ongemakkelijke gevoel dat hij aan dit incident overhoudt, moet hij dus een manier vinden om hiermee om te kunnen gaan. Hij kan sublimeren door te stellen: “Anders hadden ze op ons geschoten, dus ik heb juist gehandeld.” Op die manier kan hij beter accepteren dat hij mensen heeft doodgeschoten.
Besluitvorming
Natuurlijk maken we in het leven voortdurend beslissingen. We besluiten op te staan om een kop koffie te zetten of om op een bepaald moment boodschappen te gaan doen. Veel van deze beslissingen die we dagelijks nemen, wekken dissonantie op omdat je keuzes moet maken.
De mogelijkheden waaruit je moet kiezen hebben beide voordelen en nadelen. Het probleem is dat als je een keuze maakt, je de andere optie uitsluit en dus niet kunt profiteren van de voordelen van die optie. Daarnaast kies je hiermee ook voor de nadelen van het gekozen alternatief die je moet accepteren.
Festinger stelt dat mensen verschillende manieren hebben om de cognitieve dissonantie te verminderen die wordt veroorzaakt bij het nemen van een beslissing. Eén manier is om het gedrag te veranderen. Zoals eerder opgemerkt, is dit vaak erg moeilijk, dus mensen gebruiken vaak verschillende mentale manoeuvres. Een veel voorkomende manier om dissonantie te verminderen, is door de aantrekkelijkheid van het gekozen alternatief te vergroten en de aantrekkelijkheid van het afgewezen alternatief te verminderen. Dit wordt “spreiding van de alternatieven” genoemd.
Voorbeeld: Stel dat je moet kiezen uit een dagje strand waarvoor je een uur heen en een uur terug moet rijden, of voor een dagje pretpark vlakbij. Beide hebben voordelen, maar ook nadelen. Enerzijds vind je het heerlijk om lekker op het strand te luieren, maar anderzijds scheelt het toch ook wel veel reistijd als je kiest voor het pretpark.
Hoe dan ook, je ervaart cognitieve dissonantie. Als je kiest voor het strand, moet je nog een roteind terugrijden als je lekker loom bent van de zon, anderzijds is het pretpark ook niet echt een plek om lekker te ontspannen. Je kiest uiteindelijk voor het strand nadat je verschillende extra voordelen hebt bedacht zodat je de reistijd voor lief kunt nemen.
Inspanning
De verwezenlijking van doelen waarvoor we het hardst moeten knokken, zijn we geneigd het meest te waarderen. Dit komt waarschijnlijk omdat er dissonantie zou ontstaan als we veel moeite ergens voor zouden doen om iets te bereiken en het vervolgens niet voor elkaar blijken te krijgen.
Wanneer we jarenlang knokken voor een diploma en aan het einde van de rit ook nog blijven zakken voor de herexamens, ontstaat natuurlijk een gevoel van onbehagen. Om de dissonantie te voorkomen die dan ontstaat, proberen we onszelf ervan te overtuigen dat onze geleverde inspanning wel meevalt en dat het toch niet de moeite was. We proberen onszelf dus voor de gek te houden om geen ongemakkelijk gevoel te ervaren. Deze methode om dissonantie te verminderen staat bekend als ‘inspanning rechtvaardiging’.
Voorbeeld: nadat je hard hebt gestudeerd voor een toets waarbij je vertrouwen had in een goed cijfer, blijkt het resultaat tegen te vallen, een mager vijfje. Een manier om de teleurstelling (dissonantie) te verminderen, is dat we tegen onszelf zeggen: “Nou, het is in ieder geval geen drie of lager.”
Voorbeelden cognitieve dissonantie
Situaties waarin cognitieve dissonantie kan optreden zijn onder meer:
Roken ondanks het feit dat men zich bewust is van de nadelige gezondheidseffecten van tabaksgebruik.
Je weet donders goed wat voor aanslag dat pakje sigaretten per dag is op je gezondheid. Je ademt zwaar, bent halverwege de trap al buiten adem en je hoest jezelf een ongeluk. Toch steek je elke mogelijkheid een peuk op. Bij dit voorbeeld overtuig je jezelf van de ‘noodzaak’ om een peuk op te steken, ondanks dat je weet dat die noodzaak er niet is en dat het bar ongezond is.
Als gezondheidscoach prijs je een gezonde voeding en leefstijl aan voor je volgers op Instagram, terwijl je je tweede zak chips van die dag opentrekt en een blik bier drinkt. Wanneer je wordt betrapt verzin je 1001 redenen om je gedrag te rechtvaardigen.
Dit type van cognitieve dissonantie wordt hypocrisie genoemd. Wanneer je wordt betrapt kan deze situatie je echter een uiterst oncomfortabel gevoel opleveren. Het is niet eens zo zeer het feit dat je betrapt bent dat je een vervelend gevoel geeft, het is meer dat je terwijl je at en dronk jezelf al bewust was van je verkeerde gedrag.
Je hebt net een enorm indrukwekkend medisch onderzoek gelezen waarin alle betrokken onderzoekers overtuigend erop wijzen dat de corona injecties onveilig zijn. Vervolgens zie je op het journaal dat de grote wetenschappelijke autoriteiten het tegenovergestelde beweren, terwijl ze met een stapel papier zwaaien en zeggen dat ze het bewijs in handen hebben.
In dit voorbeeld van cognitieve dissonantie was je mening net gesterkt en onderbouwd door een fix aantal wetenschappers. Vervolgens zie je op televisie dat ze het bij het verkeerde eind lijken te hebben. Wie geloof je dan? De wetenschappers van het onderzoek of de ‘autoriteiten op tv’? Deze tweestrijd in het hoofd is een typisch voorbeeld van cognitieve dissonantie en heel actueel tijdens de pandemie.
Als milieubewuste burger neem je je verantwoordelijkheid: je scheidt je afval, leeft niet boven je stand en ga je niet overdadig op vakantie. Toch is die Dodge RAM SRT wel heel verleidelijk.
In dit voorbeeld van cognitieve dissonantie ga je redenen verzinnen om je aankoop – die werkelijk tegen al je principes ingaat – toch te vergoeilijken. Het is een bedrijfswagen en hij is toch ook wel handig bij het klussen (terwijl je vrijwel nooit klust). Je weet dat het onzin is om zo’n slagschip aan te schaffen, maar natuurlijk is het ook wel vet om met zo’n brulmotor flink gas te geven bij het stoplicht.
Cognitieve dissonantie in romantische relaties
In vrijwel elke relatie is het nodig om compromissen te sluiten. Hoewel een beslissing over een vakantie of een nieuwe keuken niet noodzakelijkerwijs veel dissonantie zal veroorzaken, leidt het voortdurend compromissen sluiten of negeren van iemands kernwaarden of verlangens om een partner een plezier te doen vaak tot conflicten en relatieproblemen.
De meesten van ons hebben een lijst van kwaliteiten en waarden die we zoeken in een potentiële partner als we aan het daten zijn. Misschien houdt je ideale partner van kinderen en wil hij een groot gezin. Laten we zeggen dat je een goede klik hebt met een man die je via een gemeenschappelijke vriend hebt leren kennen. Bijna al jullie waarden komen overeen, maar hij wil geen kinderen. Hij reist liever de wereld rond, wat jij ook leuk zou vinden.
Ondanks je oude wens om een groot gezin te stichten, overtuig je jezelf ervan dat een leven vol reizen uiteindelijk meer voldoening geeft. Diep van binnen weet je dat ouderschap belangrijker voor je is, maar je negeert de rode vlaggen om de dissonantie die je ervaart te kalmeren.
Omgang met cognitieve dissonantie
Iedereen gaat anders om met cognitieve dissonantie. Natuurlijk zijn er talloze gradaties van een ongemakkelijk gevoel. Deze gradaties zijn afhankelijk van de waarden die we aan onze principes toekennen. In de meeste gevallen zijn de meeste mensen goed in staat om te gaan met aanzienlijke dissonantie en ervaren de spanningen die de theorie voorspelt niet.
Mensen die geestelijk ‘weinig flexibel’ zijn of sterke waarden hanteren, kunnen wel flinke stress ervaren wanneer ze te maken krijgen met tegenstrijdige gedachten. Voor hun is het in veel gevallen de uitdaging om hun verwachtingen bij te stellen en hun principes ‘in enige mate’ opzij te zetten.
Kritische evaluatie
In de loop der jaren is er veel onderzoek gedaan naar cognitieve dissonantie, met interessante en soms onverwachte bevindingen. Het is een theorie met zeer brede toepassingen, die aantoont dat we streven naar consistentie tussen attitudes en gedragingen, en dat we er niet voor schuwen om de afweermechanismen toe te passen om het onbehaaglijke gevoel te verminderen.
De ervaring van cognitieve dissonantie is in de praktijk goed te testen. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is dit lastiger omdat we cognitieve dissonantie natuurlijk niet fysiek kunnen waarnemen en het dus niet objectief meetbaar is.
Ook is het begrip dissonantie vrij vaag. Is het een perceptie zoals ‘cognitief’ suggereert? Of is het een subjectief gevoel over de perceptie? Wanneer je de definitie van dissonantie opzoekt, vind je ook de term ‘wanklank’ en zo kun je deze misschien wel het best zien: verschillende klanken (tegenstrijdige gedachten/gevoelens) die een kakofonie (cognitieve dissonantie) veroorzaken.
Emotionele dissonantie
Terwijl cognitieve dissonantie betrekking heeft op gedachten (brein), verwijst emotionele dissonantie naar de innerlijke spanning of het conflict dat ontstaat wanneer iemand tegenstrijdige emoties, overtuigingen of attitudes ervaart. Dit fenomeen doet zich voor wanneer iemand zich bewust is van een inconsistentie tussen gevoelens, gedachten en overtuigingen. Dit kan leiden tot een ongemakkelijk gevoel, verwarring en in hoge mate zelfs tot stress. Emotionele dissonantie kan optreden in verschillende situaties, zoals:
In de liefde: Stel je voor dat iemand een langdurige relatie heeft, maar verliefd wordt op iemand anders. Ze voelen zich schuldig en verward vanwege hun tegenstrijdige emoties: liefde voor hun eigen partner, maar ook de aantrekking tot een ander. Dit kan leiden tot emotionele dissonantie.
Op het werk: Iemand die een hekel heeft aan zijn werk, maar toch positief praat over het werk tegenover anderen, ervaart emotionele dissonantie. De gevoelens ten opzichte van het werk zijn niet congruent met het uiten van positieve meningen.